Je :

• kent de kenmerken van een robot;



• kunt 3 soorten werk noemen waarvoor een robot heel geschikt is;



• kunt het stappenplan van probleem naar uitvoering benoemen;



• kunt een voorbeeld noemen van iets wat voor een mens heel simpel is, maar waarvoor bij een robot veel techniek vereist is.

Je :

• kunt de verschillende soorten sensoren noemen;  


• kunt uitleggen wat een sensor doet;
  
  
  
  
  
  


• kunt een beslisschema met nullen en enen maken voor een eenvoudig probleem;
  
  
  
  
  
  


• kunt een verschil noemen tussen hoe hersenen werken en hoe een robot "denkt

Het huishouden zou veel tijd kosten zonder wasmachine en stofzuiger. En een lekker koud ijsje zonder vriezer ? Onmogelijk. Techniek is er om het leven van mensen gemakkelijker te maken. Er komt steeds meer techniek. Koelkasten die zelf de voorraad bijhouden bestaan al. Handig, want dan is de melk nooit op. En wat denk je van een robot die je kamer opruimt ?

Begrippen die je moet kennen:

• robot
• analyse
• programma van eisen
• sensor
• meten
• computer
• beslisschema
• processor
• robotarm
• evalueren

Je :

• kent de functie van een processor;  
• kunt in volgorde zetten hoe een robotarm meet,verwerkt en uitvoert;
• kunt in een robotarm aangeven hoeveel motoren nodig zijn voor de beweging;
• kunt uitleggen wat het doel van evalueren is.

Je :

• toets je kennis m.b.t. de begrippen;  
• kunt enkele beprekingen van het "denken"van robots aangeven;
• kunt met een voorbeeld aangeven dat robots wel emoties kunnen tonen, maar deze niet echt voelen.